Vervuiling oppervlakte- en grondwater Drenthe

Provincie en waterschappen doen nieuw onderzoek naar vervuiling oppervlakte- en grondwater in Drenthe na een eerder onderzoek door WECF.

Nieuwe metingen door de provincie en waterschappen tonen aan dat het Drentse grond- en oppervlaktewater nog steeds is vervuild. In het water werden concentraties bestrijdingsmiddelen boven de norm gevonden.

Eerder dit jaar luidde WECF al de noodklok over vervuiling van het water door bestrijdingsmiddelen in Drenthe in het rapport “Bestrijdingsmiddelen in beken en kanalen – Feiten over bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater in Drenthe”.

Het rapport keek naar de concentratie van bestrijdingsmiddelen op verschillende meetpunten. Hier uit bleek dat minstens 14 verschillende bestrijdingsmiddelen aanwezig zijn in het Drentse oppervlaktewater, en dat in 14% van de gevallen de norm wordt overschreden. Dit is nog niet alles, aangezien de beschikbare monitoring maar een gedeelte van de watervervuiling kan aantonen. De vervuiling wordt veroorzaakt door het gebruik van pesticiden en insecticiden in de landbouw, welke achterblijven in het milieu.

Vanwege een zeer doorlatende bodem is Drenthe is extra kwetsbaar voor vervuiling door de landbouw, aangezien bestrijdingsmiddelen eerder in het oppervlakte- en grondwater terecht komen.

Een mogelijke oplossing geopperd in het rapport is de omschakeling naar biologische landbouw. Door het gebruik van natuurlijke pesticiden komen er geen schadelijke stoffen meer terecht in het water. Drenthe blijft echter hekkensluiter op dit gebied, aangezien maar 0,66% van de akkervlakte biologisch wordt verbouwd, tegenover een Europees gemiddelde van 6,2% en een Nederlands gemiddelde van 2,4%. Daarnaast is Nederland, na Cyprus en Malta ook de grootste verbruiker van bestrijdingsmiddelen in de EU.

Het verminderen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zal Nederland ook helpen om de SDGs te behalen: naast een duurzamere manier van productie zal dit ook tot een beter waterbeheer en waterkwaliteit leiden, en uiteindelijk een gezonder leven.

Volgend jaar maart besluit de provincie of intensivering van het beleid noodzakelijk is.