Even voorstellen: onze nieuwe Board of Trustees covoorzitter Marieke van Doorninck
Ons Board of Trustees is een nieuw lid en covoorzitter rijker! Als doorgewinterd activist, oud-politicus en voormalig wethouder voor de Gemeente Amsterdam brengt Marieke van Doorninck een schat aan ervaring en inzichten met zich mee. We spraken haar over sekswerkersrechten, klimaat, ‘bottom-up’ organisatie en de kracht van verbeelding.
Al sinds haar vroege werkende leven zet Marieke zich in voor sociale rechtvaardigheid en ze kan intussen terugkijken op een indrukwekkende loopbaan. Onderwerpen als arbeidsrechten, migrantenrechten, duurzame stadsinrichting en ecologische rechtvaardigheid, ze kan er allemaal over meepraten. Haar actieve betrokkenheid bij deze thema’s is terug te leiden naar haar tijd in de beweging voor de rechten van sekswerkers en verhandelde personen. Zo stond ze tussen 2000 en 2005 aan de wieg van de International Committee on the Rights of Sex Workers in Europe (ICRSE, nu genaamd European Sex Workers Rights Alliance), een netwerk geleid door sekswerkers dat meer dan 100 belangenorganisaties uit Europa en Centraal Azië vertegenwoordigt. Vanuit ICRSE was ze medeorganisator van de eerste internationale conferentie voor de rechten van sekswerkers, die in 2005 in Brussel plaatsvond. Deze conferentie resulteerde onder meer in een manifest met eisen en aanbevelingen voor rechten van sekswerkers. De ervaringen die ze in deze periode opdeed waren vormend voor haar latere werk en haar visie over sociale en maatschappelijke verandering. “Ik leerde hoe ontzettend belangrijk het is om inclusief te werken en om ervoor te zorgen dat degenen waarover het gaat altijd meepraten. Van sekswerkers komt de slogan: ‘nothing about us without us’.”
Sindsdien lopen thema’s als inclusiviteit en participatie als een rode draad door haar werk. Implementatie hiervan vereist echter een radicale verandering in hoe – en door wie – beslissingen worden gemaakt, zo leerde ze. “We zijn gewend om van bovenaf iets te bedenken en dan misschien in een participatietrajectje te vragen wat iedereen ervan vindt, maar het alsnog op [dezelfde] manier uit te voeren.” Maar hoewel ware inclusiviteit uitdagingen met zich meebrengt, werpt het uiteindelijk vruchten af. “Voor inclusief werken moet je heel veel opletten en oprecht de tijd nemen. Het vraagt veel meer, maar levert uiteindelijk ook veel meer op. Je maakt beleid waar mensen daadwerkelijk iets aan hebben, omdat ze het zelf hebben ontworpen.”
Voor enkele jaren werkte Marieke voor La Strada International, Oxfam Novib en ASKV/Steunpunt Vluchtelingen, waar ze zich onder andere inzette voor de rechten van verhandelde personen en ongedocumenteerde vluchtelingen en migranten. In dit werk zag ze dat verschillende vormen van uitbuiting en onderdrukking kunnen overlappen en vaak met elkaar verweven zijn. Discussies die werden gevoerd hadden echter vaak een nauwe focus op mensenhandel, terwijl er vaak veel meer speelt. Zo merkte ze dat mensen die uit noodlottige situaties werden gehaald vaak snel weer vast kwamen te zitten in andere systemen van exploitatie, bijvoorbeeld omdat ze werden uitgebuit in hun arbeidssituatie. Voor echte oplossingen moet daarom veel breder worden gekeken dan nu vaak gebeurt, vindt Marieke. “Om verbeteringen te krijgen in de levens van mensen is systeemverandering nodig. Zo ben ik er ook achter gekomen dat het kapitalistische systeem dat mensen uitbuit, ook de aarde uitput en dat de mensenrechtenbeweging en de ecologische beweging eigenlijk één zijn. Als je dat niet gezamenlijk aanpakt, kom je niet tot een betere wereld.”
Die systeemverandering moet volgens haar gegrond zijn in dezelfde principes van inclusiviteit en participatie waarmee ze binnen de sekswerkersbeweging in aanraking kwam. “Zorg nou een keer dat de mensen om wie het gaat daadwerkelijk gaan bepalen wat er gebeurt”, betoogt ze. Ook gaat ze in tegen ‘scaling-up’ en grootschalig ‘one-size-fits-all’ beleid. “Ik geloof heel erg in ‘spreading out’, dat goede ideeën zich moeten vermenigvuldigen. Dat niet één idee heel groot moet worden, maar dat er verschillende oplossingen zijn die je allemaal kan proberen en ruimte kan geven”. In plaats van gecentraliseerde, hiërarchische organisatie pleit Marieke daarom voor samenwerking op basis van netwerken waarbinnen ervaringen uit verschillende contexten en locaties worden gedeeld. Dit kan zich vervolgens vertalen naar concreet beleid, maar dan wel altijd uitgaand van lokale omstandigheden en behoeften, legt ze uit.
Ook als wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid bij de Gemeente Amsterdam deed ze haar best om deze inzichten toe te passen, bijvoorbeeld in het WomenMakeTheCity initiatief. Dit initiatief brengt Amsterdamse vrouwen samen om met elkaar te praten over thema’s als veiligheid, kansen voor de jeugd en mobiliteit. De inbreng van deze vrouwen wordt meegenomen in de Omgevingsvisie Amsterdam 2050. “Ik wilde graag met vrouwen spreken”, licht Marieke toe. “Niet met vrouwelijke architecten of planologen, maar met vrouwen die in de buurten wonen waar het een verschil maakt als je iets doet als gemeente.” Tijdens de eerste bijeenkomst van WomenMakeTheCity in juni 2019 kwamen met name vrouwen uit de stadsdelen Nieuw-West, Zuid-Oost en Noord. “Dit zijn vaak vrouwen die minder worden gehoord en misschien op een hele andere manier hun levens inrichten dan vrouwen die professioneel enorme carrières maken. Het was een geweldige bijeenkomst waarin we echt gesproken hebben over de toekomst van de stad. Het ging echt om de gebruikers van de stad, hoe die de stad ervaren.”
Dit gold ook voor het Amsterdamse mini-burgerberaad over klimaat dat in 2021 mede door Marieke werd georganiseerd. De participanten mochten de gemeente adviseren over de te treffen maatregelen om de klimaatdoelen te bereiken. “Er kwamen echt best veel mensen die nog nooit met de gemeente hadden gecommuniceerd. En wat ik heel mooi vond was dat die mensen een gigantische drive kregen. Ook de mensen die klimaat eigenlijk niet zo belangrijk vonden, maar die een uitnodiging hadden gekregen en dachten: ‘ja, dan moet ik er maar heen’. En in plaats van dat mensen boos [op elkaar] werden, zagen we juist dat ze dachten: ‘ik ben het niet met je eens, maar hoe gaan we het gesprek aan?’. Dat heeft me hoopvol gesteld.”
Ervaringen als deze hebben Marieke laten zien dat een wereld gericht op verbeelding, verbinding en samenwerking mogelijk is. Deze verbeeldingskracht, zo vertelt ze ons, is essentieel. “Dat we die wereld waarin we geloven kunnen beschrijven met elkaar, dat we elkaar erover kunnen vertellen. Ik geloof heel erg dat we die verbeelding en creativiteit nodig hebben, om niet te geloven dat het huidige systeem de enige [optie] is, maar dat andere systemen mogelijk zijn. En het zou mooi zijn als we ons kunnen voorstellen hoe een ander economisch systeem, een rechtvaardig economisch systeem, eruit zou kunnen zien.” Ze ziet hiervoor kansen weggelegd voor WECF en hoopt hierin een rol te kunnen spelen. “Het past heel erg in de filosofie van Kate Raworths Doughnut Economie. ‘To meet the needs of all people within the boundaries and the means of the planet’. Dat is ook waar WECF voor een groot deel voor staat. En met de kracht van vrouwen.”
Wat haar nog meer aanspreekt in WECF? “Ik geloof heel erg in wat ik bij WECF zie, dat er wordt gelobbyd op VN-niveau. Als er één ding is waar ik veel van heb gedaan in mijn leven, dan is het de ervaringen van de grassroots ophalen en dat vervolgens vertalen naar de lobby. Heel vaak gebeurt dat niet zo en wordt de lobby erg gebaseerd op beleid in plaats van lokale ervaringen. Daarom vind ik WECF heel interessant. Dat het niet alleen de steun van onderaf, van de lokale groepen is die de verandering maken, maar dat je het ook echt op de agenda van internationale organisaties kan zetten.”
Welkom bij WECF en in ons Board of Trustees Marieke!